Trancemediumschap zal verdrongen worden door dat mediumschap waarbij de man of vrouw helderziend of helderhorend is op het astraal gebied, die zich dan in vol waakbewustzijn en met waakzaam en actief stoffelijk brein als tussenpersoon zal kunnen aanbieden tussen mensen in een stoffelijk voertuig (en dientengevolge blind en doof op de ijlere gebieden) en diegenen, die van stoffelijke communicatie afgesneden zijn, omdat zij hun stoffelijk lichaam afgelegd hebben. Dit soort mediums kan met beide groepen in contact komen en hun waarde en nut als medium is dan niet te schatten, als zij oprecht zijn, onzelfzuchtig, rein, en hun leven aan dienst gewijd hebben. …. Zij moeten positief als ziel werken, en in bewust en intelligent bezit van het lagere mechanisme van hun lichaam blijven. Zij moeten weten welk centrum ze in dat lichaam gebruiken terwijl ze mediamiek werkzaam zijn, en zij moeten leren om, als zielen, de wereld van illusie te bekijken, waarin zij werk op zich genomen hebben. Laat hen vanuit hun hoge en reine positie duidelijk waarnemen, juist horen en dit juist doorgeven en op deze manier hun eeuw en hun generatie dienen, en het astrale gebied tot een bekend en vertrouwd werkterrein maken…. Bron: Alice Bailey: Het naar buiten treden van de geestelijke Hiërarchie blz. 18
Bron: Alice A. Bailey: Het naar buiten treden van de Geestelijke Hiërarchie.
Duidelijk en met een welbepaald doel heeft Jezus zijn lichaam tijdelijk uitgeleend aan de Heer Maitreya als hoofd van de Planetaire Hiërarchie, terwille van het dienen en om een en ander te kunnen verduidelijken, maar hij behield de hele tijd zijn eigen integriteit. Dit was het geval in de laatste 3 jaar van zijn openbaar leven. Het was meteen ook de hoogste uitdrukking van dit soort handeling. In het woord ‘dienst’ ligt alles besloten en tevens de beveiliging.
Maar deze werkwijze zal nooit gevolgd worden om nutteloze nieuwsgierigheid te bevredigen of een even nutteloos verdriet dat op persoonlijke eenzaamheid of zelfbeklag rust. Op het ogenblik worden vele mediums die van lagere allooi zijn door een ongelukkig of nieuwsgierig publiek geëxploiteerd, en die eigenaardige menselijke wezens wier bewustzijn geheel onder het middenrif gelegen is, worden ertoe gedwongen als medium op te treden, om de sensatielust of het verlangen naar troost van hun bijna even onintelligente medemens te bevredigen.
In andere gevallen gaat het om negatief, onintelligent mediumschap en psychisme die de vertolker ervan tot het peil van een automaat verlaagt; het is niet raadzaam en gevaarlijk, omdat het de mens zijn vrije wil berooft en het vrij handelen tegengaat. In dit geval handelt de mens niet als kanaal voor de eigen ziel, maar is weinig meer dan een lege schil welke een obsederende entiteit in bezit kan nemen en gebruiken. Dit komt tegenwoordig maar al te veel voor.
Een mediumschap waartoe men komt met een volledig bewust gerichte geesteshouding en waarbij het medium bewust en intelligent zijn lichaam verlaat om een entiteit toe te staan hierin binnen te treden, en van wie men zich volkomen bewust is en de in bezitname met zijn bewuste toestemming geschiedt om het een of ander geestelijk doel te dienen en zijn medemensen te helpen, kan juist en goed zijn. Maar hoe vaak treft men dit soort mediumschap aan?